()

Ik schrijf meters aan elkaar
Maar ik schrijf geen afstand

Ik schrijf in krullen
In herhalingen
In haken met ogen

De woorden komen
En gaan
Maar de letters blijven

Altijd dezelfde bewoording
Altijd dezelfde taal

#HenriA

() De zintuigen

[1]

We zijn hier al eerder geweest, al vaker, alleen
en samen, dezelfde pleinen, dezelfde straten,
onder dezelfde lucht die vervaagt in
verschillende kleuren, door dezelfde zon en
dezelfde maan, op de koop toe steeds
hetzelfde verhaal van een loden zwaarte
om te dragen. Verliezen en hebben is
een dunne lijn om langs te schreiden,
zoals steeds weer ontmoeten en er als
een dief vandoor gaan, onder steeds
weer hetzelfde gesternte, dezelfde
afstand, dezelfde in vredesnaam.

[2]

Het in vakjes bewaren van weten is ook
een manier om je te specialiseren in
besluiteloosheid omdat geen enkele straat
geplaveid is met dezelfde stenen het
moeilijke kiezen de weg die je zal gaan
over deze wereld die langs twee kanten
wordt bedreigd door het gat in mijn
ozonlaag verstikkende hitte die schroeit
vraagt om water bij beetjes in ongulzige
teugen om de geneugten onder de huid
te bewaren ook op leeftijd waar geen
datum op staat. Van alle tijden is
het zwikken en het zwakken op
wisselende dagen in tegenpolige fasen
en allen bewaren ze hun waarheid om
hun eigen weg te gaan als ooit de
kans bestaat dat ze worden geboren.

[3]

Hoeveel mag je morsen aan het einde
hoe slordig kan een slotzin zijn die sterft
in de holte van de buik en ongrijpbaar is
voor de keel door het laatste restje adem
wordt buiten gedragen over de tong die
als een instortend balkon als de laatste
overblijvende brug na een stille oorlog
beschoten de woorden bijeenraapt om
nog een laatste groet te brengen aan
het laatste restje van de dagen dat je
alleen zal verder gaan met geamputeerde
leden die niet vleselijk zijn maar van een
leegte waarvan het laatste lontje stilletjes
uitwaait om nooit meer te ontsteken.

[4]

Traag is ons praten we zijn hier al vaker
samen geweest proeven van de kleine
onopvallende gebaren laag na laag ons
in gedempte tweeklanken verschuilen,
zoals een ui, waar je ook niet echt van
gaat huilen als de traagheid verbleekt
zien we in de hoeken van onze ogen
diezelfde gehaakte gebaren van
eenzame strijd, vinden we elkaar in
de machteloosheid van weerwil
omdat stil blijven in delen ook een
vorm is van communiceren door elkaar.

[5]

En zie, de zon schijnt, weliswaar vaal maar
met heldere vlakken door het raam waar ik
door staar over het plafond de muren van
de kamer tot aan rand van het tapijt dat
zich niet meer laat grijpen door het schrijven
van jouw letters na al het vruchteloos paren
de gestrekte benen de verstomde woorden
ogen en oren die rusten gaan niet om te
slapen om op te staan door zintuigen gedreven
uit de kamer door het raam de zon in het leven.

#HenriA

(naschrift - groot is mijn respect voor jou, een diepe buiging)

() Achter de dingen

De ogen achter het ogenblik
Hoe heb ik naar je gekeken
Te veel, te lang

Gedanst in je vuur
Geweten dat geen uur
Me van verlangen scheidt

Het zwijgen van je blik
Was een eeuwigheid
Een snik aan de boord van het leven

En nu gaan mijn ogen open
En zie ik achter de dingen
Wat je wel en niet bent

#HenriA

() Aangebrand / Kantelpunt