() Langzame haast

Langzaam lopen wij over het natte
zand zigzaggend langs plassen

Jouw hand leidt mijn hand
mijn hand leidt jouw hand

We balanceren onze gedachten
doorheen uitgestrekte dagen

We passeren een bank waarop
twee oudjes proberen te overleven

De lucht is grijs een beetje koud
het grauw kleeft aan hun handen

Als ze mekaar toespreken komen
er wolkjes uit hun monden

Ze verlangen naar hun nageslacht
en verloren gelopen nakomelingen

Wie niet, we zijn allemaal
uit hetzelfde slijk geboren

We zitten samen opgehokt
in één lange zondag.

#HenriA


() Komt een vrouw bij de dokter

Er valt niet veel te zeggen
dit is liefde in tijden van kanker
elke ochtend in herhaling
alsof je borst wordt afgezet.

Ik giet wat je voelt in woorden
geef taal aan je angst
haal het verdriet uit je kleren
lik de kreten uit je hoofd.

Kom hier en stop met huilen
ik kus je tranen weg
je fluistert doorheen de tranen
ik heb alles al gezegd.

#HenriA

() Spinvis - Bagagedrager

() De wasmolen

Ik wou dat ik van je kan houden, zoals jij niet van mij houdt,
zoals de lentefrisse was aan de wasdraad van de wasmolen
ook maar is en waait aan vier open armen in de wind.

Kon ik dan ook maar de was plooien tot wasverzachte hoopjes,
vlak gestreken met de binnenkant van mijn hand zonder verder
nog na te denken over wat achter gebleven is in de wasmand.

Maar zie, de wasmolen werd mijn beste vriend, de vuile was hoefde
niet meer naar buiten langs ramen en deuren maar schikte zichzelf
in rijtjes en laagjes tot een wolk van propere, lavendelverse geuren.

#HenriA

() Dagdromen

Tussen het slapengaan en het opstaan gaan de gedachten uit en zorg ik voor mezelf en voor jou.

In onze dromen reizen wij over de globe, maken wij kinderen blij en denken wij niet aan morgen.

De knop staat uit, de netvliezen bevroren, geen kettingen en maskers om het lijf.

We klinken op terrassen en op onszelf en op de mensen die naar zichzelf durven kijken en kunnen geloven.

Van het opstaan tot het slapengaan gaan we gewoon door tussen de lijnen van de volgende dag.

Met uren wandelen door de velden, zij aan zij, tot de sterren weer aan de hemel staan.

#HenriA

() De dwangarbeider

Van al wat me hier gebracht heeft
ben ik alles vergeten (gelukkig maar):
een verleden zonder woorden
een geheugen zonder herinneringen
een geschiedenis zonder liefde.

Vervlogen zijn de gedachten aan:
de droevige nachten
de uitgewrongen dagen
de gebaren van koude steen
de wartaal van de onzekerheid.

Het is de tijd die rijp was
de gedachten deed kapseizen
en het leven in twee helften splijt:
een voor en een na
een dwangarbeider en ik besta.

#HenriA

() Stille fluister

Je fluistert tegen de wolken
Je fluistert in de wind
Van al wat je me vertelt
Zijn dit de zuinigste woorden

Ik hoor ze en tel ze na
Het zijn er niet veel
Maar wel de meest cruciale
Al de rest is overbodig

Ik aai al jouw zinnen
Ik streel de bewegingen van de tong
Tot het stokken van mijn adem
Wanneer je me vertelt wie
Of wat ik voor je ben

#HenriA

() Column - Het is zoals in het huishouden: de boel draaiende houden en doorgaan!

Column - 680 woorden - leestijd: 3 minuten

Gisteren moest ik plots terugdenken aan een dun boekje van Rutger Bregman met de titel: “Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers” - dat ik een vijftal jaren geleden met veel interesse las. In dit essay van 85 bladzijden vraagt Bregman zich af hoe het komt dat economie - pas relatief kort geleden - is afgedreven van zijn moraal-filosofische basis. Of in mensentaal: is elk individueel inkomen en elk individueel bezit ook echt verdiend / gerechtvaardigd? En nog belangrijker: zijn de grote inkomsensverschillen qua beroepssoort te rechtvaardigen als dit wordt afgezet tegen de maatschappelijke waarde van deze beroepen? 

Eerst een mooi voorbeeld uit het boek… Toen vuilnismannen in New York wegens een loongeschil het werk neerlegden, slibde de stad in een razend tempo dicht met tonnen afval. Na zes dagen van afvalophoping en een niet te harden stank was het loongeschil beslecht. In het voordeel van de vuilnismannen. Toen in Ierland bankiers in staking gingen leidde dat niet tot problemen. Het geldverkeer kwam niet tot stilstand en in minder dan geen tijd waren er alternatieve betalingscircuits opgezet. Pas na zes maanden kwamen de bankiers tot een vergelijk met de overheid. 

Welk beroep is dan maatschappelijk gezien belangrijker en wie “verdient” meer? Want hoe je het ook draait of keert – vuilnismannen doen werk waar we niet zonder kunnen. En vervang vuilnismannen gerust maar door schoonmakers, verpleegkundigen, artsen, opvoeders, zorgverleners, hulpverleners, politieagenten, ambulancepersoneel, leraars… en mensen die werken in de kinderopvang, het openbaar vervoer, de supermarkten, de bevoorrading,… Jobs die in de prestigeladder niet allemaal al te hoog staan aangeschreven. Jobs waar we niet zonder kunnen! 

Het zijn net deze beroepsgroepen die niet al te vet betaald worden en maar moeilijk tot staken komen om hun eisen tot loonsverhoging of verlaging van de werkdruk kracht bij te zetten. Want hun empathie voor de medemens maakt dat langdurig staken bijna onbegonnen werk is. Het zijn net deze beroepsgroepen die tijdens deze speciale omstandigheden onmisbaar blijken te zijn. Omdat men in deze beroepen in het groot doet wat men in een huishouden in het klein doet; de boel draaiende houden en doorgaan. Onder normale omstandigheden zijn deze beroepen eveneens onmisbaar – alleen valt het dan een stuk minder op. Werk dat normaal bijna wegvalt tegen de achtergrond – omdat we het zo vanzelfsprekend vinden - staat nu vooraan op het podium! 

En nu een tweede ongemakkelijke waarheid! Steeds meer mensen doen werk waar we eigenlijk prima zonder kunnen. Voor deze mensen geldt dat, als ze plotseling stoppen met hun werk, ze de wereld niet armer, lelijker of leger achterlaten. Denk bijvoorbeeld aan de slimme advocaat die eindeloos procedeert tegen een ander bedrijf. Of denk aan de briljante copywriter die de slogan van het jaar verzint, waardoor een concurrent failliet gaat. Het zijn stuk voor stuk mensen die geen welvaart creëren, maar vooral verplaatsen. In een wereld die rijker wordt, ontstaat namelijk steeds meer ruimte voor onzin. En nu komt het bizarre: het is juist dit soort van verplaatsende banen, waar nauwelijks iets van waarde wordt gecreëerd, die vaak het beste betalen. Het is een fascinerende paradox: hoe kan het toch dat al die scheppers van welvaart waar we overduidelijk niet zonder kunnen – de schoonmakers, de politieagenten, de verplegers en noem maar op – zo slecht verdienen, terwijl de onbelangrijke, overbodige of zelfs schadelijke verplaatsers veel beter boeren? 

Omdat “de markt” in essentie geen voorkeur heeft voor nut, kwaliteit of innovatie. Ze is au fond geïnteresseerd in het maken van winst. Soms wordt daarmee door bedrijven een geweldige bijdrage geleverd natuurlijk. Maar soms ook niet. Maar uiteindelijk is het niet de markt, maar de samenleving die bepaalt wat echt van waarde is. Wij allen dus. Misschien moeten we dan ook afscheid nemen van de fabel dat verdienen (Van Dale: ‘als winst of loon verkrijgen’) hetzelfde is als verdienen (Van Dale: ‘aanspraak mogen maken, recht hebben op’). 

In mijn straat verschijnen meer en meer witte lakens. Het applaus om acht uur ’s avonds klinkt elke dag een beetje luider. Hopelijk beseffen we nu elke dag meer en meer waarom dat vuilnismannen meer verdienen dan bankiers. En zijn we dat niet vergeten wanneer we terug in de unlocked-modus gaan!

#HenriA



Dikke Freddy II

De luidste roepers
stonden aan de zijlijn,
snoven hun ego naar
hogere hoogten en traden
de grens met het leven
met de voeten.

En nu is het stil,
akelig stil,
stiller dan een dood
woord spreken kan
nu de steen
rond de nek valt
en alleen loden
schaamte en flauw
medelijden overblijft.

#HenriA


() Alterigia

Ik woon in het labyrint als een gelukkig monster, in de ingewanden van een stad met kleine straten en steegjes waar de zon overdag niet schijnt en de nacht zich uitrolt in de zomerse namiddag.

We proberen als toeristen iets te maken van elke nieuwe dag en denken dat we de dingen begrijpen maar we zijn op de verkeerde momenten achterdochtig terwijl het werkelijke gevaar zich niet laat zien.

Ik wil deel uitmaken van de wereld, de dag vermalen tussen mijn handen omdat een glimlach van een mens niet te ontcijferen valt, hamster angst en doemscenario's als een sprookje dat zichzelf navertelt.

Maar jij, jij bent gemaakt van ontroering en zomerdagen.

#HenriA

() Ophokplicht

We interageren met de wereld
met onze handen,
we raken voortdurend alles aan,
van geldzaken tot persoonlijke
uitgaven, tot de dagelijkse rekening 
van onze boekhuishouding klopt.

En in deze tijden van afzondering
is er een overvloed aan huidhonger,
leven we binnen de schutting
van ons kleine, nietig bestaan
en hangen we onze lippen
enkel nog aan de schaarste 
van al wie ons dierbaar is.

#HenriA


() Column - Dikke Freddy lacht niet meer

The day after. De dag na de beslissing van een regering in lopende zaken over een lopende zaak die wel eens uit de hand zou kunnen lopen. De afgelopen weken was China een ander universum, Italië een andere planeet en Facebook een speeltuin voor flauwe grapjes en memes. Het ene al wat debieler dan het andere, met hier en daar een zeldzame, schrandere uitschieter.

Vandaag is het al heel wat minder. De Chinezen en de Italianen zijn plots bedgenoten, we dragen nu een pak van hetzelfde laken, met een strakke snit, beetje ongemakkelijk knellend zodat vrij bewegen al een beetje moeilijker wordt.

Heeft ie het of heeft ie het niet? Dat ging door mijn hoofd als ik daarstraks in de superette stond aan te schuiven voor een pak tabak. Een rij van zes mensen lang stond op armlengte schuifelend voor zich uit te staren. Waarschijnlijk dacht iedereen hetzelfde. Zeker weten doe ik het niet, maar we konden het in mekaars ooghoeken aflezen. De anders zo goedlachse cassiere was ook maar kort van stof. Het wisselgeld werd me van ver toegeworpen.

Wie ook maar stilletjes was, was dikke Freddy, achteraan in de rij. Dorpsfiguur met meer woorden  dan daden en het IQ van een kassei die al weken op Facebook alle mogelijke cafébeschouwingen over corona postte. Van het bier tot het virus met alle mogelijke kiekeboe-humor-varianten er tussenin. Ik knikte naar dikke Freddy, maar ik zag alleen maar een wazige blik. Geen lachje, geen grote woorden, laat staan een uit de mouw geschudde "grap". Niets. Tot hij plots van vanachteren uit bijna de ganse rij onderhoestte. Ik kan je zeggen, dit werd hem niet in dank afgenomen. Niemand zei iets. Toch niet met woorden, maar de blikken boorden dikke Freddy fataal in de grond. Dikke Freddy werd knalrood en verdween al spurtend met de noorderzon, het winkelkarretje vol wc-papier verweesd achterlatend.

Ik denk dat dikke Freddy het virus te pakken heeft, want het is al 24 uren akelig stil op zijn profiel. En lachen doet hij ook niet meer. Tenzij groen. Net zoals die drie mensen die in dikke Freddy zijn hoestsalvo stonden...

#HenriA

() Ryan Adams - (It Takes) Two

() Lippendienst

je wordt wakker
om van me te houden

je veert op en staat er op
om jezelf in mijn hals te ademen

dit doe je elke ochtend,
ongevraagd, als was het een gave:

koffie maken, door mijn haarbos aaien
en je lippen woorden laten fluisteren

die alleen voor mij zijn bestemd 
en alleen mij, mij alleen raken

#HenriA

() Klokvast

De letters wegen 
licht op de schoot
en de trein die rijdt maar 
door en door en door.

Bladzijde na bladzijde 
glijden de velden voorbij,
de zon staat laag, het water 
staat de koeien lippenhoog.

We lezen de kilometers rond 
en leggen af en toe
het boek opzij om mekaar
 een oogopslag te geven.

Je zegt tussendoor: je zit voor de rest 
van je leven opgescheept met mij, 
waar deze trein ook heen zal rijden,
welke stations we ook passeren.

Het is jouw boek 
dat ik tot de laatste letter zal uitlezen.

#HenriA

() Mijn zee

Ik smachtte naar de zeven wereldzeeën,
naar een golf die nooit meer breekt
want de zee trekt altijd weg
en de zee keert altijd weer.

Ik smachtte naar jou,
elke nacht en elke dag,
naar de schuimkoppen 
die open spatten op jouw golfbrekers.

Geen water te brak, geen water te blauw 
om ons soortgelijk gewicht te dragen, 
drijven we traag met de golven mee.

De zee die ebt en vloedt in mij,
zoals jij, die nooit breekt
en elke dag en elke nacht
altijd terug keert.

#HenriA

Foto - Stephan Vanfleteren

() The Unanswered Question – Charles Ives



Charles Ives heeft het werk gecomponeerd in 1906. Het stuk is "een soort van collage” in drie verschillende lagen welke ruwweg worden samengevoegd. Deze drie lagen zijn als volgt: 

Een "laag" strijkkwartet. 
Een "laag" houtblazerkwartet. 
Een "laag" solotrompet. 

De strijkerslaag vormt het fundament van de compositie. Deze speelt lange akkoorden met een tonaal karakter. De houtblazers en de trompet spelen afwisselend, beiden atonaal, in een soort dialoog. De trompet speelt in totaal zeven keer dezelfde melodie en de houtblazers reageren hierop. Elk antwoord van de houtblazers is heviger en dissonanter dan het vorige. 

Ives verbond een programmatische betekenis aan dit werk: de strijkers zijn een "cosmic landscape", het eeuwige voortschrijden van de tijd. De trompet stelt de grote levensvragen voor, waarop de houtblazers proberen een antwoord te formuleren. Gefrustreerd door hun onkunde wordt elk antwoord meer en meer dissonant, tot de houtblazers hun zoektocht opgeven en de trompet beginnen te bespotten door imitatie van zijn melodie. 

Ives was bij het componeren van The Unanswered Question sterk beïnvloed door de filosofie van Ralph Waldo Emerson en andere transcendentale filosofen. Dit uit zich in een zoektocht naar waarheid en een onvermogen om deze uit te drukken in zintuiglijke communicatie. 

De Chileense regisseur Pablo Larraín gebruikt The Unanswered Question drie keer in de prachtige film Neruda. De compositie dient telkens als begeleiding voor de voice-over van Óscar Peluchonneau (Gael García Bernal), de geheim agent die jacht maakt op dichter, Nobelprijswinnaar en communist Pablo Neruda (Luis Gnecco). De eerste keer horen we enkel de violen. Later, wanneer de rol van de agent in het verhaal steeds meer ambigu begint te worden, horen we de latere gedeeltes uit het muziekstuk waarin de dissonanten beginnen te domineren.

() Voor jou is er geen marge

Pijpenstelen breken door de daken, breken binnen in grijze kamers, vegen de vloer aan tot een plas water die nergens anders heen zal gaan.

Zolang het blijft regenen zullen wij niet meer slapen, blijven we ons afvragen wat we in- en uitademen, tot het water tot boven het bed tot aan onze lippen staat.

We kunnen alleen nog wachten op de zon, tot het zonlicht glinstert als stukjes geslepen glas op het water, schitterend doorheen de uitgeregende nachten.

Het was al het wachten waard. Voor jou is er geen marge, als de zon opkomt mag van jou iedereen de zon zien, want graag zien, is graag zien, en regen is altijd nat.

#HenriA

Beck - Everybody's gotta learn sometime

() Die kleine dingen (dat wild en zacht vermengen) zijn de wortels van ons bestaan

Jij maakt mij wilder dan storm en orkanen,
ik die al wilder ben dan water.

Maar jij maakt mij ook milder, zachter,
zachter dan koek en zoete dromen.

Ik geef je een voorbeeld, zomaar,
iets op het eerste zicht alledaags, banaals:

mijn handen strijken luchtbellen
uit jouw touwenharen

en hoe een hand dan tastbaar
verder verschuift over jouw huid

en wild en zacht mekaar omhelzen
als een spiegelbeeld in elkaar.


Die kleine dingen
(dat wild en zacht vermengen)
zijn de wortels van ons bestaan.

#HenriA

() Rancune


Je laat je gezicht niet zien
maar ik weet dat jij het bent,

die wegzinkt bij de gedachte
en de verbeelding,

die mijn woorden niet verteert
omdat je krijgt wat je niet geeft.

Dichters huilen niet en
zullen ook nooit sterven

omdat ze niets omhullend
zullen blijven schrijven en vertellen.

#HenriA


() Het is er



Als je het licht wil zien
kijk dan naar de schaduw.

Het is er.

Je hoeft het alleen
maar op te merken.

Jij en ik, wij zijn van de tijd
afstand nemen gaat niet.

Angst nestelde zich altijd
in de leegte van eenzaamheid.

Slagschaduw slaat lam.

Over de randen van de wolken
schittert een zon

die een zilveren lijn trekt
en ons omarmt.

Nooit meer angst
voor blijheid.

#HenriA

() Aangebrand / Kantelpunt