licht op de schoot
en de trein die rijdt maar
en de trein die rijdt maar
door en door en door.
Bladzijde na bladzijde
Bladzijde na bladzijde
glijden de velden voorbij,
We lezen de kilometers rond
Het is jouw boek
de zon staat laag, het water
staat de koeien lippenhoog.
We lezen de kilometers rond
en leggen af en toe
het boek opzij om mekaar
een oogopslag te geven.
Je zegt tussendoor: je zit voor de rest
Je zegt tussendoor: je zit voor de rest
van je leven opgescheept met mij,
waar deze trein ook heen zal rijden,
welke stations we ook passeren.
Het is jouw boek