() Herfst (2)


In.


De wolken zijn grijs, de wind is rood,
de maan een koperen hoofd
in een witte sluiernevel,
een leeggeroofde sterrenhemel.


De herfst.


De herfst is een gewelddadig oord,
bladeren vallen als hoofden naar beneden,
weldra zal ik jou vermoorden
in de schaduw van de najaarsschemer.


Bloeien.


Of jij mij, iemand zal er bloeien.
Ik. Ja ik zal wachten tot je valt
uit het zwart van de nacht
van dit zeezieke seizoen.


Mijn tranen.


Ontvouw de zeilen, hemelsbreed,
bevaar de donkere, onzekere oceanen,
in een nachtblinde razernij
zullen bliksems over je tranen.


Rood.


Ik. Ja ik. Sterven doe ik sowieso.
Bespaar me dus het korten van jouw dagen
 van jouw najaarszon in mijn hoofd, want
in de herfst bloeien mijn tranen rood.


#Henri A.


() Herfst (1)

Hoor de mensen klagen
Nu ze de wolken en de regen moeten dragen

Omdat de lucht zwaar drukt
Op onze verschrompelde schouders

Als Tristan van Isolde
In herfst van de bestormingen

Zij, die sterft aan haar verwondingen
In een verschraalde zomerzon

Ik trek mijn huid uit
En vervel tot een cocon

Ik kan je niet opnieuw openen
Mijn beeldspraak laat je niet gaan

Jouw natte mond is mijn enige compagnon
Langs het krakend hout, de zigzaggende bladeren.

#Henri A

() De stille revolutie

Hoe woorden zich almaar blijven herhalen in een stille democratie, die brokken lijmen alsof het scherven waren van dure vazen. In lagen, gesponnen van het fijnste rag, voorzichtig rollend van de tong om in een web van plooien te verdwijnen. Neem nu, pakweg, de schommelstoel in de hoek van de woonkamer, hoe lang die al wacht. Of het bed met zijn mooiste linnen, onbeslapen, het servies met een vuile rand. Alle kruimels in de uitgeleefde kamer, de sleutel op de deur, aan de binnenkant.

Ik weet wat je gaat vragen, wat heeft zij wat ik niet heb of niet kan geven, heeft het te maken met de stand van de ogen of het leven? Kan ik dat als reden geven? Dat het staatsbestel enkel wankelt door een aanstormende revolutie, waarin de onderdrukking zijn weg naar buiten zoekt. Weg van de afgesloten kamer, van de weerklank van sluimerend verdriet? Ik weet het niet, er bestaan geen sluitende antwoorden meer in een verscheurde democratie.

#Henri A.

() Laatste hoofdstuk van een lang verhaal dat eindigt op een vage herinnering aan een vruchtbare periode die nu de ijstijd heet


Als volleerd blaas ik een kus van glas in je mond als een blazer die in dromen van marmer zijn aambeelden slaat in de lippen en de lege holte waarin ik jouloos verscholen zit als was het een baarmoeder die talloze daden en verhalen baart en de nageboorte van onze liefde verslond.


En ik fluister in termen van beaufort mijn woorden tussen jouw geplooide haren die jouw hoofd tooien in de sterren vastgeklonken als brandende lokken die jouw gezicht in twee schuine delen delen als een keerkring die stil zijn weg zoekt en weet ik niet wat kiezen als de gebroken naald van een kompas waarin je verloren loopt.


En ik zink met tranen in jouw mond en verslik me in de leugen die me opgespeld wordt en als een verpletterend vuurwerk de sterren stuk slaat klaterend uit de gouden hemel de verzengende nacht die geen kleur in zich draagt geen verlangen geen hoop enkel het verdrinkende lijf van bleke huid en zingende onweerslucht.


Onttrek de zuurstof uit de flessenhals waar ik verloren gelopen ben als een lange file van stapvoets ademen en stroomstoot van lucht die warm en koud blaast maar vooral bevriest en ijssterren plakt zo koud en kil aan de binnenkant van het hart dat alles wat gedaan is lijkt op een honderdjarige oorlogsstrijd.


Ik schonk mijn naam in kleine teugen aan jou traag zonder dat je het gewaar werd zoals de zon in de lente flauwe vuurstalen aan ons geeft voor ons alleen lijkt er dan zon maar tuimelt ze op de aarde uit de lucht van as en is er niet meer dan een vage herinnering aan een vruchtbare periode die nu de ijstijd heet.


#Henri A.

() Onze Held

Het tijdsgewricht heeft de tijd gewrikt,
als losgeld, door zijn rafelende vezelhand
met gaten, hij is de koning van pijn en
zijn meisje, die om de beurten gelukkig zijn.


Het is traag aanleggen aan land, met vallen
en opstaan leerde hij varen om de wonderen
van de natuur heen, zodat hij zichzelf volledig
vergat, slovend tussen de benen van de dageraden.


Ooit had hij zijn eigen koninkrijk, onze held,
zoals alle helden in zelfverzonnen verhalen
hun eigen held zijn, aan zilverlingen en glinsters
in de vermoeide ogen was er geen gebrek,
tenzij een spraakgebrek, toen iedere echo een
andere stem had en woorden zich verscholen
achter bolle kaken om voor elkaar hetgeen
dat ze nooit zouden bepraten te hamsteren.


In formaliteiten heeft hij zijn leven vastgelegd,
onze held, zoals het protocol dat van hem
verwacht, hoeveel tikken van het hart, hoeveel
schrammen op de ziel, het staat allemaal in
de sterren geschreven.


En na zijn dood schenkt hij zijn grote boek
aan zijn resterende onderdanen in vellen
van goud papier, waarop ieder zijn tranen zal
te rusten leggen als ze naar de hemel kijken.


#Henri A.

() Aangebrand / Kantelpunt