Woorden - 405 | Leestijd - 90 sec
Wees nu eens stil! Als kind kreeg ik dit meerdere keren per dag te horen. Van mijn moeder, van mijn zussen, van mijn broer. Ik was een nogal… babbelgraag kind, zoals dat noemt. Ik besefte als kind ook niet echt wat dat betekende: stilte. Ik dacht dat dat onbeweeglijk op een stoel zitten was. En niet praten. Maar later leerde ik de echte stilte kennen. In haar verschillende gedaantes.
De onaangename stiltes, die loodzwaar kunnen wegen. Wanneer twee geliefden monddood naast elkaar liggen en niet weten hoe ze de stilte nog kunnen doorbreken. Of de stilte in de wachtkamer. Iedereen besnuffelt mekaar vanuit de ooghoeken, maar een gesprek wordt gemeden. Het soort van stilte dat de wereld nerveus maakt en die weggepraat moet worden. Want die loden stiltes leggen meer verschillen bloot dan boeken vol woorden. Maar zo zijn er ook de aangename stiltes. Die een vriend kunnen zijn. In de liefde bijvoorbeeld. Of in vriendschap. Want wie met elkaar de stilte aandurft en aankan, is bestand tegen de latere woorden. En die stilte verdient respect. De woorden die haar doorbreken, moeten de stilte dienen.
Stilte wordt een schaars goed. Ook al is het maar dat onze voortdurende gedachten die onder onze schedelpan in het rond vliegen geen stilte toelaten. Als die stem eindelijk haar mond houdt, is er de ware stilte. De stilte die je nodig hebt om je staande te houden in een wereld vol lawaai. Het moment dat je de stilte vindt, is niet het moment dat je nieuwe kanten aan jezelf ontdekt die je was vergeten. Neen, het is het moment dat je jezelf vergeet. Het moment dat je er alleen maar bént, zonder er iets van te vinden.
Onlangs zag ik nogmaals de film “Into the Wild”. Zowat dé ode aan de zoektocht naar stilte. Wat zou Chris McCandless, de (anti)held in het verhaal, schrikken van al het kabaal dat er over zijn zelfgekozen isolement en dood in een bus in Alaska is ontstaan. Een boek, een film, een soundtrack, een cultfenomeen. Alles behalve stilte…
Dit is geen betoog voor een kop vol leegte. Dat kunnen wij als mens niet aan. Maar wel om je ervaring je ervaring te laten zijn, zonder die altijd mee te delen aan anderen. Hoe of waar dan ook. Zwijgen over je stilte, dat is pas écht stil zijn. Kortom, we maken veel lawaai. Vaak om weinig. Meestal om niets. Parole. Parole. Parole.