() Ik wil een ui zijn (proloog)

Ik trek het even niet meer. Het is 36 graden in de schaduw. De op vijf na warmste dag sinds de opmetingen. Alles broeit. Mijn hoofd vooral. Mijn hoofd broeit. Het broeit van de drukkende warmte. Maar van nog veel meer. In mijn hoofd schuilt angst. Om letters op een leeg blad te schrijven, tot woorden, tot zinnen, dag na dag, tot een boek. Angst dat ik het niet kan, de eindmeet niet haal. Ook al weet ik niet waar die meet dan wel zal liggen. 

Ik heb mezelf altijd wijs gemaakt dat ik goed tegen de hitte kan. Het is niet waar. Ik pas me aan aan de hitte, dat is iets anders. Ik hou me stil. Onbeweeglijk. Laat de hitte mij overnemen en ik onderga. Zonder een krimp te geven. Tot het over gaat. Zo kan ik ook niet tegen angst. Het lijkt zo, maar ik pas me aan aan de angst. Of ik doe dat ze niet bestaat, onderdruk ze, denk er niet aan. Maar ze is er, altijd, steekt nu en dan de kop op, houdt me een spiegel voor. En dan kijk ik weg. Ik wil ze niet zien, zeker niet in mijn eigen ogen. Wanneer ben je iets? Het heeft niets met kunnen te maken. Ook niets met willen. Maar met durven en doen. Alle uitvluchten die zich al jaren in je hoofd opstapelen naast je neer leggen, ze negeren, ze bestaan niet. Ze bestaan niet! Ook al zijn ze er wel. 

Ik wil een ui zijn. In al zijn lagen en met alle bijhorende tranen. Me afpellen, laag na laag, tot aan de kern en verder. Tot er niets meer overblijft. En alles gezegd is. En alles geschreven is. En weten dat dan, ja zelfs dan, nog niet alles zal geschreven zijn, dat er van de ui niets overblijft, alleen maar een lange reeks woorden en zinnen, zelfs dan zal ik nog niet tevreden zijn. Want het verhaal geraakt nooit af. Is nooit af. Waarom er dan aan beginnen? Omdat ik niet anders kan. Alle angsten ten spijt. 

Ik kan alleen maar eerlijk schrijven. Eerlijk in de zin van ongezouten, zonder franjes, zonder leugens. Enkel over wat gebeurd en gedacht is. En dat is mijn wezenlijke angst. Wie durft dat, rechttoe rechtaan, zwart op wit op papier zetten wat hem raakt en geraakt heeft zonder je te verschuilen achter een personage maar net het personage te laten samenvallen met het zelf? Zodat er geen personage meer overblijft, alleen nog maar een zelf. Een zelf dat zalft en slaat, geeft en neemt, liefheeft en kwetst, aantrekt en afstoot, eerlijk is en liegt, mens is. Van vlees en bloed neergedrukt op papier. En, waar bovendien niemand zit op te wachten. Alleen ikzelf. Ik wacht hier al jaren op. Vele, vele jaren. 

Onlangs was ik bij een nieuwe vriend van me. Een beeldhouwer. We hadden heel wat meegemaakt, los van elkaar, maar met dezelfde vrouw. We hadden heel wat te bespreken. Hij zei iets dat me erg raakte. Hij zij, je moet het voor jezelf doen, beeldhouwen, stenen bewerken, het is iets wat in zichzelf zinvol moet zijn. Het maken. En dat de rest, alles daar omheen, het circus, onzin is. Het heeft niks met beeldhouwen en eeuwenoude steen te maken. En ik geloof hem. Ik schrijf. En ik zal blijven schrijven. Tot er geen spaander, geen snipper ui meer overblijft.

() Mijn vriend de beeldhouwer

Onlangs was ik bij een nieuwe vriend van me. Een beeldhouwer. We hadden heel wat te bespreken. Hij zei iets dat me erg raakte. Hij zij, je moet het voor jezelf doen, beeldhouwen, stenen bewerken, het is iets wat in zichzelf zinvol moet zijn. Het maken. En dat de rest, alles daar omheen, het circus, onzin is. Het heeft niks met beeldhouwen en eeuwenoude steen te maken. En ik geloof hem...


() Feest in quarantaine

Feest in quarantaine:
we fluisteren in kathedralen
prevelen in rituelen
zoeken een haven
eenieder z'n eigen strijd.

In gezelschap kunnen we zwelgen
voor even
in minuten, sommigen voor uren
nemen we de zoete biecht
van verschraalde woorden
die kolken uit een hals
en dan raderen de wijzers stil.

Kijk. Kijk naar de wolken.
Geschouderd zij aan zij.
Een vogel in een spiegel breekt ze in twee.
Tellen we de grijze lijnen
van een niemandsland daarboven
en tussen alles door
droom ik even weg
naar de kuiten en het smeer.

Omhelzen we de warme dagen
nestelen we ons in torens
als kinderen van deze tijd
die vergeten zijn dat ze ooit
werden geboren.

#HenriA


NATURE MORTE
Kunstwerk van Wilfried De Cock
Via Arte - Kunst langs trage wegen

"Nature morte, de dode natuur, is de Franse benaming voor een stilleven. We zijn eigenlijk maar een heel klein onderdeel van de natuur en dit beseffen we veel te weinig. We zijn niet belangrijker dan dat kleine miertje. We moeten beginnen trager te leven, we moeten onthaasten en de kleine dingen rondom ons kunnen zien en onze plaats kennen in dit vele grotere geheel. Laat het stukje natuur in ons menselijke ziel terug groeien en laten we terug in balans komen met de natuur.

Dit kunstwerk omvat 3 belangrijkere onderdelen die je kan ontdekken.

1. Het stukje natuur dat terug groeit binnen onze ziel.
2. Een schreeuw.
3. Een referentie naar de hoofden van het paaseiland, die symbool staan voor mij voor een stam die het eiland volledig uitgeput hebben en daardoor zo goed als uitgestorven zijn.

() Thelonious Monk - Four In One


() Helder

Het regent heftig buiten
de druppels vallen hoorbaar
maar onweer trekt toch weer voorbij
dan,
na de slaap
is het spreken weer helder
als hoofden weer zijn opgefrist
alles zijn plaats weer heeft gevonden
daar boven
in de kamer
zijn we zo dichtbij
om zonder zorgen oud te worden

#HenriA

() Conny Palmen - De wetten






() God droomt ons

De dag kruipt minzaam en traag
als sporen aan de slapen,
als zuinige, ranke zwanen
die rusten in de hals.

Een vlezig man schudt zijn woorden
van zijn vermoeide leden,
herschikt de voorbije jaren
en schikt zich in zijn nieuwe taal.

En hij laat varen. De nieuwe
dagen stromen, vanzelf, probleemloos,
van hier, deze vertrouwde kamer,
tot op de bodem van elke oceaan

en weet dat God ook zeven dagen
nodig had om de wereld te herschapen.

#HenriA

Morpheus - God van de Droom


() Oude man (en Oh Lorca!)

Het fruit valt met spaties
uit de boom
de wind is zuur
de regen droog.

Oh Lorca!
Waar zijn de groene velden gebleven
die jij beschreef en bereed
met spierwitte woorden
en gitzwarte paarden.

Nu zie ik reeds hoe ik
als oude man zal zijn:
zwak van lijf dat veel moet rusten,
grazend van groene velden
in herinneringen en gedachten.

In mijn hoofd was geen
oorlog te groot,
met Lorca op de schoot
zal ik dan uiteindelijk rusten.

#HenriA


() Hoog in de lucht

De meeste wolken twijfelen
aan de vorm van hun lijf
en verdampen traag in de lucht.
Ik drijf alleen maar traag voorbij.

En terug. Om te blijven.
Ik kleef mij vast aan een
omhelzing van die lucht .
En blaas. Soms koud. Soms warm.

Ik wil niet meer uitwaaien.
Of oplossen tot regen.
Ik wil een wolk zijn en blijven.
Hoog in de lucht.

#HenriA


() Joe Jackson - The harder they come


Oh yeah, oh yeah
Well they tell me of a pie up in the sky
Waiting for me when I die
But between the day you're born and when you die
They never seem to hear even your cry
So as sure as the sun will shine
I'm gonna get my share now of what's mine
And then the harder they come
The harder they'll fall, one and all
Ooh the harder they come
The harder they'll fall, one and all
Well the oppressors are trying to keep me down
Trying to drive me underground
And they think that they have got the battle won
I say forgive them Lord
They know not what they've done
'Cause as sure as the sun will shine
I'm gonna get my share now of what's mine
And then the harder they come
The harder they'll fall, one and all
Ooh the harder they come
The harder they'll…

() De verleden tijd van doen is deed

We zwegen vaak
naast elkaar
op de bank verstrengeld
in mekaars tijd.

Er viel niet veel
meer te zeggen,
we hadden alles
zelfs afgelijnde dromen
en oneindigheid.

Maar als ik beter voel
dan wat ik doe
en mijn hoofd verder
kijkt dan onze werkwoorden
in het verleden,

dan kan enkel nog een
laatste korte vervoeging
leiden tot ik deed.

#HenriA

() Van een weelde zijn jouw toevertrouwde zinnen

Je komt bij me binnen
pardoeft je op de vloer,
plots sta je op en ga
je door met leven.

In zeven haasten
en zes zinnen,
een gulzig benullig verhaal.
Van dag tot nacht en
alles er tussen in.

En ik luister.
Ik luister naar jouw verhalen.
Beeldhouw al je woorden in mijn hoofd.
Zoals klanken tegen marmer kunnen klinken.

Ik smaak de wervelende lijnen
van hetzelfde een nieuwe keer
en laat je keer op keer
opnieuw herbeginnen.

Je nieuwtjes die al lang
geen nieuws meer zijn.
Van een weelde zijn jouw toevertrouwde zinnen.
Zonder begin.
Zonder eind.

#HenriA



() Dubbelspel


Hij

Er was een man
die altijd terug kwam
want als hij ging, wist hij niet
waar gaan, waar staan
laat staan waar kruipen.

Hij kon het niet,
voor jaren,
de rug toekeren
en in stilte verder gaan.

Zij was in zijn hoofd gekropen,
hij was er in verloren gelopen
en kon niet leven zonder haar.

Hij was verdoofd, hij was verslaafd,
hij was opgeknoopt, hij verloor
zijn laatste adem.

Tot er een man kwam
die nooit meer terug kwam
omdat hij met open ogen had gezien
wat hij zichzelf al die tijd
had voorgelogen.


Zij

Er was een vrouw
die altijd terug wou
want als zij ging, wist zij niet
waar gaan, waar staan
laat staan waar kruipen.

Zij kon het niet,
voor jaren,
de rug toekeren
en in stilte verder gaan.

Hij was in haar hoofd gekropen,
zij was er in verloren gelopen
en kon niet leven zonder hem.

Zij was verdoofd, zij was verslaafd,
zij was opgeknoopt, zij verloor
haar laatste adem.

En toen kwam er een vrouw
die nooit meer terug wou
omdat zij met open ogen had gezien
wat zij zichzelf al die tijd
had voorgelogen.


#HenriA


() Raak me aan

Vlees is het mooiste

Mooier dan alle hemellichamen
en alle gelukstranen

Alle rimpels die hun
weg zoeken naar nergens

Langs wallen, huidplooien
en kraaienpoten

Vlees is het allermooiste

als het lacht
en warm wordt bewoond

#HenriA


() Zonder titel

Het verhaal dat ik nooit
zal vertellen slaapt op mijn lippen

Wie had jou zo lief als ik
als je mijn hart maar kon veranderen

Hoe vaak heeft ze op me gewacht
ik kan me het niet herinneren

Hoe vaak heb ik op haar gewacht
zodat ik de slaap niet kon vatten

Ik wrijf met schuurpapier
de gedachten uit mijn botten

Weg zijn zij, allen uitgebloeid,
verslenst en voor altijd vergeten

#HenriA

() Vredige zondag

Ik trek je met een pen op papier in een lijn die snijdt en speelt met de rand van het blad tussen de schouders van je lijf. En ik schrijf bloedbespat in je eigen nat telkens opnieuw de eerste woorden die je van me hoorde toen je me drukte in de luwte van mijn hoofd om me heen.

Vallen wij samen in hetzelfde opaalblauw van de heldere hemel kus ik de sterren en de maan en mijn blote handen alvorens me te begeven op het ijs van je lichaam waar ik over je kras en glijd in plagende pirouettes die smeken om het breken van de botten en de benen van het verleden.

Als je opkomt in de slaapkamer je uitveeg op het canvas van het matras die ons overspoelt met tranen geblazen uit het helderste glas van jouw zijn dat zich verhult in silhouetten die dansen op mijn adem als de wasem op ruiten die staren als ogen op het leven

waarin jij wil geven wat je nooit eerder kreeg van de hoogst biedende die in een staat van beleg je belegt met zichzelf je vult met de juiste woorden en genade die jouw redenen verraden waar je met me wil zijn: in een hiernamaals dat geen weet heeft van een bovenaards bestaan.

#HenriA


() Meskerem Mees - Joe

() Acht

Nu dat ik bij
En nu dat jij mij
Nu dat wij dus
Altijd

Nu dat wij dus
Kunnen we
Zijn we samen
En opgestaan uit

Het maakt niet
Wie dat ons
Wat men over
Hoe ze het

Twee en drie en drie
Is acht

#HenriA



() Aangebrand / Kantelpunt