() Column – Een eredoctoraat op zwarte donderdag


Aantal woorden - 286 | Leestijd: 1 min 40 sec

Vandaag - 28 februari 2019 - is het zwarte donderdag. Vergis u niet. Het heeft niets van doen met de uitslag van één of andere stembusgang. Neen. Vandaag legt Luc Janssen het bijltje er bij neer. Professioneel wel te verstaan, pensioengerechtigd als hij is. Luc Janssen in een stukje van tweehonderdzesentachtig woorden volledig omschrijven zou hem onrecht aandoen. Zo’n rijk gevulde carrière, zo’n stempel op decennia radio en muziek, zo’n taalwonder. Maar ik probeer het toch.

Ooit voedde hij haast in zijn eentje rock minnend Vlaanderen op met het radioprogramma ‘Domino’, daarna werkte Janssen voor radio VPRO en Studio Brussel. Maakte hij een zijstapje naar Canvas. En nu zwaait hij af op Radio 1. Ik leerde Luc Janssen vooral kennen als 'master of ceremony' op Rock Werchter en Pukkelpop, waar hij op geheel eigen wijze de presentatie voor zijn rekening nam. En op geheel eigen wijze mag je letterlijk nemen. Met de snedigheid van een slagersmes fileert hij de taal tot hapklare brokjes genot. Delicatessen. Een aankondiging van Luc Janssen - is het nu in de ether, op teevee of op de weide - is steeds een kolkende wervelwind van zinnen en woorden. Met spitsvondigheden, wendingen, twists, golven, schokken en soms een geut cynisme. Maar altijd trefzeker als een pijl uit een boog. Als iemand ooit de hoofdvogel in de schuttersprijskamp der Nederlandse taal zou verdienen, is hij het wel.

Luc Janssen. Man in black. Onberispelijk in smaak en in woord. Hij leerde de lage landen de afgelopen 35 jaren luisteren naar nieuwe muziek, ontwierp een nieuwe taal en nam ons mee naar plaatsen waar we nog nooit geweest waren. Ik ga hem missen op de middengolf. De Vrt heeft er een éminence grise bij. Nu rest enkel nog het eredoctoraat.

Bedankt Lux! Het ga je goed!

#HenriA
#zwartedonderdag #lucjanssen #retro #radio1

() De Mol

In parelmoeren botjes loop
je op lange benen
kattepootjes.

De jukbeenderen spits vooruit
ten oorlog, door weer en wind:
en nu stilte aub!

Je gooit hoge ogen die
priemen door mijn hoofd
op zoek naar het einde van
de horizon

en in het gele wit waar de einder
en de lucht elkaar raken, vind
je het geluk in de prille lentezon.

#HenriA

() Sartre en de Beauvoir - De hel, dat zijn de anderen


(Brief en wederbrief)
Aantal woorden: 570 – Leestijd: 2 minuten 25 seconden

1 – Voor de optimist in jou

Ach, je bent een heel normaal geval
net of je je telefoonrekeningen betaalt
om op het eind van elke maand al je gesprekken gade te slaan
of al de berichten die je in het wild rond je slaat
je tegen jezelf kan zeggen: he, ik besta.

Jij optimist, laat mij je invloed ook eens voelen
en organiseer een tuinfeestje voor al je bloemen
nodig alle mooie mensen uit die van je houden
en die nooit tegen je durven te liegen.

Liever bedrieg je jezelf
als je achteloos slentert door de stad
wijzend naar de bloemen en de planten langs de weg
en het eik van de eikenbomen
je hart doormidden splijt
dan voel je je geraakt en opgenomen
door iets dat groter is dan de kosmos
jij vreest als geen ander het denken
maar zeggen zal je dat nooit.

Met de wijn die ik je heb gegeven
heb je de bloemen gegoten
je hebt je lippen afgeveegd
aan de kettingen die van het plafond
tot aan de vloer lopen
daar hing je goed en waardig
toen je nog wist wat overgave was.

En nu ga je ijsberen
ga je alles aan jezelf strelen
en de bloemen die niet meer willen open gaan
aan alles te denken
in het wild rond je te roepen en te slaan
je kunt alles opnieuw laten beginnen
dat geloof je zelf
je zal nooit meer rustig zijn
je zal opgaan in de schone schijn
alleen de bloemen die je gestreeld hebt
zij zijn gedoemd om
vannacht dicht te blijven.

O, en als je nog eens voorbij mij loopt
verbloem dan jezelf niet
sluit dan maar je ogen
en zie dan de herinnering als een geschenk
ik weet dat je houdt van de herinnering aan gisteren
en eergisteren
en de zeven vette jaren die je tot je nam
ze zullen het gat in je geheugen open maken
en je hoopt dat je de schemering kan verjagen
die laatste trek aan de sigaret
dat laatste glas wijn
die laatste stuiptrekking
dat laatste oneindige komen
je wil je herinneringen meester zijn.
Maar je meester zal ik altijd zijn.


2 – Antwoord van de optimist (aan de dichter)


O ja? Echt?
Als jij zegt:
'ik beveel je, ik martel en manipuleer je'
wil ik je toch maar gewoon helpen
je laten zijn wie je bent
maar ja, wie ben ik.

Het is jouw denken dat jou zo
verschrikkelijk maakt
of je niet denken
als je handen wild stuiptrekkend om zich heen slaan
alsof ze zijn afgezet
en je enkel de fantoompijnen in je wil bestrijden
je gezicht woest is en vredig alsof
je een slagveld achter je hebt
en je hart – daar is iets mee
misschien is het wel een stomvervelend boek.

Maar voor mij is het allemaal glashelder
jij bent enkel bezig met jezelf
ijverig bezig met gekwetst te zijn
al is het een zaak van staatsbelang
maar me dat te laten geloven
is niet langer meer mogelijk
als je de liefde niet mooier gestalte kan geven
leef ik wel van de twijfel.
Van de twijfel aan mezelf en van de twijfel aan jou.
Zoek ik wel koppig naar de lach op het gezicht van een kind
of naar de goedkeurende blik van een sjamaan.

Echt, liefde is jouw kanker,
jouw ongeneeslijke ziekte die jou terminaal maakt
maar je zal er niet aan sterven.
Dat heb ik al in jouw plaats gedaan.

#HenriA

() Mijn grootvader is dood

Mijn grootvader is dood
reed zijn leven te pletter
net voor hij honderd werd.

Hij had al zijn geld
opgespaard in
schoendozen vol
met kranten
en heeft zijn hoorapparaat voor
goed het zwijgen opgelegd.

Ook zijn kinderen zijn
al jaren dood.

Niet letterlijk,
bij manier van spreken.

Ze hebben mekaar de
keel dicht geknepen
toen mijn grootmoeder
jaren geleden
vergat verder te ademen
toen ze dement werd.

Vanaf morgen staat zijn huis
te koop,
zonder stromend water
en zonder een apart toilet in
een aparte badkamer.

En een goudvis heeft hij ook nooit
gehad, omdat hij zelf
niet kon zwemmen
laat staan drijven.
Dat vond hij maar niets
voor een oud-strijder.

Ik ben zijn
echte naam vergeten
die was immers niet grootvader,
net als zijn begrafenis
die nu tijdloos staat te vertoeven
in een urne
op de schouw
van mijn moeder.

#HenriA

() Weer een dag

Noem het dag
nu de dag zijn bleek gelaat vertoont
en een maan van vuur zachtjes dooft
in de nasleep van het najaar.

Het is al middag.
En elke dag gaat het opstaan een beetje trager
hangen de schouders een beetje lager
wordt de maand almaar kouder.

Hoog boven mij, hijgen de wolken de vliegtuigen achterna
die verdwalen in de lucht en niet weten waar te landen.

Zuinig ben ik

wanneer ik de leeg gevroren slaapkamer achter me laat
en mijn gedachten spoel met het laatste water uit de tikkende kraan.

Er is zoveel laatste.
Er is zoveel jou.

En jou. En jou. En jou in elke mistige hoek van deze aarde,
in elke kreuk van weer een dag
die ik vlak strijk tegen het vallen van een nieuwe nacht.

Noem het ondergaan.

Noem het ondergaan van het laat ontwaken
tot het nog later slapen gaan.

Misschien is de najaarszon wel verdwaald
tot een klamme angst in de handen.

#HenriA

() Column - Bucht van den Aldi (over Assepoester en de dictatuur van de roepende minderheid)


Aantal woorden: 478 – Leestijd: 1 minuut 45 seconden

Het is niet belangrijk wélke ideeën het meest gevolgd worden - bijvoorbeeld die van de hardste roepers - maar wélke ideeën het best de toets van de kritische rede kunnen doorstaan. Nou, als dat geen opener is voor een column. Ik ga me ver weg houden van hoog-van-de-toren-blazen-met-luide-woorden, maar graag wil ik een lans breken voor de argumentatie en voor de redelijkheid.

Neem nu het krantenartikel waar mijn oog op viel. Over de alom gevierde Britse schrijver Roald Dahl. Geestelijk vader van klassiekers als Matilda en De GVR (De Grote Vriendelijke Reus, nvdr). Tot voor kort was zijn werk verkrijgbaar bij Aldi in Australië. Ja, u leest het goed, ook in Australië is Aldi de betere boekenwinkel. Maar niet meer voor Roald. Want Roald had een vies woordje gebruikt. Het gaat namelijk om de bundel “Gruwelijke Rijmen”, waarin de legendarische auteur een leuke draai geeft aan bestaande sprookjes. De gewraakte strofe staat in een gedicht over Assepoester. In het Nederlands vraagt de prins zich af wie Assepoester is en noemt haar een “onnozele totebel”. Maar in het Engels bekt dat niet zo lekker en durft de prins de woorden “dirty slut” in de mond te nemen. En prompt verdween de titel in kwestie uit het rijk gevulde Aldi-assortiment. Een woordvoerster van de winkel liet droogjes weten dat er "een aantal reacties van klanten waren geweest over het taalgebruik". Meer concreet: enkele kwelende, militante feministen hadden via Facebook zich bij de supermarkt beklaagd. En nog meer concreet: 22 hardnekkig klagende dolle mina’s. 22!

Aanschouw hier de macht van de luid roepende minderheid. Misleidend is dan ook de toelichting van diezelfde woordvoerderster van de supermarkt: “Aldi Australië wil al onze klanten graag duidelijk maken dat we de zorgen van de gemeenschap serieus nemen.” Serieus? Het is precies omgekeerd: de gemeenschap is hier de grote verliezer. Voor de gemeenschap is Dahl niet meer verkrijgbaar!

Vanwaar dan toch die knieval voor de gekrenkten? Of het massaal slaafs volgen van die enkele harde roepers die al eens de voornaam Jean-Marie (Dedecker, nvdr) durven dragen? Het is toch altijd wat met die behoudsgezinde reactionairen. Ze beroepen zich op de valse rede en tieren er lustig op los. Met boutades, halve waarheden, angstige doembeelden en holle, verwarring zaaiende argumentaties die niet van enige kortzichtigheid zijn gespeend, de massa bespelen. En liefst nog schofferend luidkeels ook. Een klimaatprobleem? Laat me niet lachen, mijnheer. Liever het probleem ontkennen, mijnheer. Want áls je het probleem erkent, erken je meteen dat je als mens een onderdeel bent van het probleem. En dat idee kunnen sommige ego’s niet hanteren.

Met Assepoester loopt het trouwens - ook in de versie van Roald Dahl - goed af, by the way. Ze smeekt haar meter om haar te laten trouwen met een simpele pottenbakker en ze leeft nog lang en gelukkig. Ik hoop van harte hetzelfde voor Jean-Marie. En de Aldi.

#HenriA

() Valentijn

Enkel voor jou wil ik schrijven
Over de plooien van mijn woorden heen
Tot mijn vingers langzaamaan breken
In een laatste stuipend gebaar.

In jouw bijzijn ben ik eenvoudig
In jouw afwezigheid onwezenlijk klein
Als een druppel die zich diep ingraaft
In een uitgedroogde Valentijn.

Omdat je zo mooi bent heb ik je verscholen
Tussen de verlangens van mijn dromen
Verberg ik mijn splijtende hunker
In de verborgen kamer van mijn hart.

In de rechtbank wacht je op een oordeel
over onderhoudsgeld dat wordt betaald
plaats je de jaren chronologisch
in jouw smalle, donkere wachtkamer.

Maar ik plaats je in een zonovergoten landschap
Dat enkel maar in mijn hoofd bestaat
Omdat het sindsdien elke dag regent
In de afgrond die ik in me draag.

#HenriA

() Kreupelhout

Hersenstammen groeien tot loof,
tot een bos,
tot een oerwoud in mijn hoofd.

Kap het hout! 

Rooi de bomen
en de takken die tot de hemel reiken en de wolken doorboren!
De ijle lucht daarboven maakt me klinisch dood.

Snel!

Leg me aan de longen van je hart en vlucht me,
kreupelhout me in jouw warme schoot.

#HenriA

Berlinde De Bruyckere

() Column - Woefwaffen

Aantal woorden: 543 – Leestijd: 2 minuten

De Belgische medemens houdt er graag een hond op na. 1.500.000 om precies te zijn. (Om van de 2.200.000 katten nog maar te zwijgen). Mensen met honden zijn dan ook een ras apart. In het leven nobele onbekenden voor mekaar. Maar o wee als ze mekaar treffen met hun viervoeter aan de lijn. (Wat wel al eens durft voor te vallen met 1,5 miljoen stuks). Dan begint het snuffelen. Eerst de honden. En dan de baasjes. Mensen die anders nooit een woord zouden uitwisselen, woefwaffen plots wat af tegen elkaar. Hoe oud is hij? En is het een hij of een zij? Amai, dat ziet me er een brave uit. Echt, een rashond? En dan – met een beetje geluk – kan het gesprek kantelen naar koetjes en kalfjes. De Tinderhond als glijmiddel. Eigen hond, schone hond!

Een hond is een dier. Daar mag je geen menselijke eigenschappen aan toedichten. Potsierlijk vind ik het. Al die hondjes met jasjes, laarsjes, strikjes en krulletjes. Maar vooraleer je me een bot naar het hoofd slingert, laat me duidelijk zijn. Ik heb het voor honden! Maar niet als ze niet aangelijnd zijn. Want dan krijg je gans andere gesprekken met hun eigenaars. Je kent het wel. Je wandelt in een bos met je geliefde, rustig keuvelend en kuierend en plots komt er een gedrocht - soms al eens vol kwijl - op je afgestormd. Het ademen stokt, het hart slaat een tik over en je nekharen schieten de lucht in. Opeens sta je volledig in het nu, de wereld verdwijnt. Er is enkel nog: hond! En voor je het goed en wel beseft mikt het beest zijn kop in je kruis, botst het tegen je schenen aan of erger nog: je ziet het huisdier een aanloop nemen om tegen je benen omhoog te gaan rijden. En als dan ook de scherpe tandjes nog eens worden ontbloot, valt het leven in het grote rustige bos helemaal stil, staart tussen de benen. In het beste geval zie je een fractie later in de verte iemand hoogrood komen aandraven die buiten adem de woorden stamelt: “Hij doet niks hoor! Niet bang zijn!”. Maar dat klopt niet! Het kwaad is al geschied. Want de angst zit er ondertussen al goed in.

Hondsdol kan ik er van worden. De neiging om de eigenaar dan iets toe te blaffen borrelt in me op, maar ik hou mijn gegrom voor me. Wat ik dan wil roepen is: “Leugenaar! Je hond doet wel iets! Hij jaagt mensen de stuipen op het lijf! En als je hem niet in de hand hebt, neem hem dan bij de hand!”. Maar in plaats daarvan doe ik… niets. Behalve dan het beest even aaien en me er dan snel vanaf maken door fors verder te stappen. Achter mijn rug hoor ik de rode ballon dan vaak gegeneerd nog iets stamelen in de zin van (net luid genoeg zodat ik het nog kan horen): “Alé zeg Max*, normaal gezien doe jij dat toch niet.” Een verontschuldigend gebaar naar hond en medemens. Ja, de honden en hun bazen. Gelukkig bijten ze zelden, maar zoals reeds gezegd: ze woefwaffen wat af! Ook met een mond vol tanden. 

(*) De honden opgevoerd in deze column werden met respect behandeld bij de totstandkoming van dit verhaal.

#HenriA

() Aangebrand / Kantelpunt