() Sartre en de Beauvoir - De hel, dat zijn de anderen


(Brief en wederbrief)
Aantal woorden: 570 – Leestijd: 2 minuten 25 seconden

1 – Voor de optimist in jou

Ach, je bent een heel normaal geval
net of je je telefoonrekeningen betaalt
om op het eind van elke maand al je gesprekken gade te slaan
of al de berichten die je in het wild rond je slaat
je tegen jezelf kan zeggen: he, ik besta.

Jij optimist, laat mij je invloed ook eens voelen
en organiseer een tuinfeestje voor al je bloemen
nodig alle mooie mensen uit die van je houden
en die nooit tegen je durven te liegen.

Liever bedrieg je jezelf
als je achteloos slentert door de stad
wijzend naar de bloemen en de planten langs de weg
en het eik van de eikenbomen
je hart doormidden splijt
dan voel je je geraakt en opgenomen
door iets dat groter is dan de kosmos
jij vreest als geen ander het denken
maar zeggen zal je dat nooit.

Met de wijn die ik je heb gegeven
heb je de bloemen gegoten
je hebt je lippen afgeveegd
aan de kettingen die van het plafond
tot aan de vloer lopen
daar hing je goed en waardig
toen je nog wist wat overgave was.

En nu ga je ijsberen
ga je alles aan jezelf strelen
en de bloemen die niet meer willen open gaan
aan alles te denken
in het wild rond je te roepen en te slaan
je kunt alles opnieuw laten beginnen
dat geloof je zelf
je zal nooit meer rustig zijn
je zal opgaan in de schone schijn
alleen de bloemen die je gestreeld hebt
zij zijn gedoemd om
vannacht dicht te blijven.

O, en als je nog eens voorbij mij loopt
verbloem dan jezelf niet
sluit dan maar je ogen
en zie dan de herinnering als een geschenk
ik weet dat je houdt van de herinnering aan gisteren
en eergisteren
en de zeven vette jaren die je tot je nam
ze zullen het gat in je geheugen open maken
en je hoopt dat je de schemering kan verjagen
die laatste trek aan de sigaret
dat laatste glas wijn
die laatste stuiptrekking
dat laatste oneindige komen
je wil je herinneringen meester zijn.
Maar je meester zal ik altijd zijn.


2 – Antwoord van de optimist (aan de dichter)


O ja? Echt?
Als jij zegt:
'ik beveel je, ik martel en manipuleer je'
wil ik je toch maar gewoon helpen
je laten zijn wie je bent
maar ja, wie ben ik.

Het is jouw denken dat jou zo
verschrikkelijk maakt
of je niet denken
als je handen wild stuiptrekkend om zich heen slaan
alsof ze zijn afgezet
en je enkel de fantoompijnen in je wil bestrijden
je gezicht woest is en vredig alsof
je een slagveld achter je hebt
en je hart – daar is iets mee
misschien is het wel een stomvervelend boek.

Maar voor mij is het allemaal glashelder
jij bent enkel bezig met jezelf
ijverig bezig met gekwetst te zijn
al is het een zaak van staatsbelang
maar me dat te laten geloven
is niet langer meer mogelijk
als je de liefde niet mooier gestalte kan geven
leef ik wel van de twijfel.
Van de twijfel aan mezelf en van de twijfel aan jou.
Zoek ik wel koppig naar de lach op het gezicht van een kind
of naar de goedkeurende blik van een sjamaan.

Echt, liefde is jouw kanker,
jouw ongeneeslijke ziekte die jou terminaal maakt
maar je zal er niet aan sterven.
Dat heb ik al in jouw plaats gedaan.

#HenriA

() Blijven