() Van het opstaan tot het slapengaan

- De ochtend - Je lichaam, de staat van bevinding, wanneer je de slaap achter je laat tijdens het ontwaken in de ochtendvroegte, tijdens het koele uur dat de zon nog maar flauw lichtrood straalt, over je bleke ontwaakgelaat, je donkere haren die nog donkerder lijken. Tijdens dit vroege moment dat het nietsdoen je meeneemt, lijkt het alsof je zweeft, naakt, onder de witte gewaden die je beschermden tegen de nacht, als een jonge arend, gevleugeld de dag tegemoet.

- De dag - Er wacht niet veel. Het schrijven, vertalen, plannen, studeren, lezen van boeken en het begrijpen van vreemde woorden wordt even vergeten, het is de overgave aan de leegte die deze dag zijn bestemming geeft, het zinvolle niets doen waarmee je wordt gevuld, doortrokken van het licht dat zijn felle kleuren terug vindt wanneer de uren voorbij glijden. En tegen de middag, wanneer de zon haar hoogste tonen speelt, zoek je naar de spelonken van de schaduw, van de slanke cipressen die naar je wuiven, in een straat die je leidt naar het doorzichtig blauw van een Griekse zee, waar je als een Godin baadt in een roes van geluk die niets om handen heeft, je toestroomt als golven die nergens ontstaan en je meevoeren.

- De avond - En ’s avonds is er een parade in je bloedbanen die je omarmen met het soort van warmte, die je door de straten leiden, hoe ze naar je kijken, niet weten wat gedaan met je verschijning, koop je aan het kleurrijkste kraam de fijnste geuren van lavendel en jasmijn, geef je je over aan champagne en wijn, het doet je verder zwerven tot aan de zwoele avondlucht die je dronken maakt van je onbeschreven geluk, tot aan de schemerzone.

- De nacht - Dat heerlijke nietsdoen, dat slenteren door de tijd, op je hoofdkussen gelegd, de zachte geuren die je naar de nacht begeleiden, om in rust al zwevend slapen te gaan, de gloed op je huid, de laatste woorden die aan je kleven die vandaag niet uitgebroed zijn, omdat ze enkel belangrijk zijn om over je te waken. En je spreidt je als twee zachte vleugels onder het briesende laken in de duisternis, je voelt hoe je hart tot in je keel klopt, met een genot waarmee je je vanochtend aan het ochtendlicht had overgegeven: deze verrukkelijke dag sluit zich tegen je lichaam aan zoals de bleke harmonicablaadjes van een wilde orchidee.

#Henri A.

() Aangebrand / Kantelpunt