() Zeeminnenlied

Je lokt me in je minnend water en overspoelt me
met al je geluk mijn vingers lezen jouw levenslijnen,
omzwemmen je silhouet ik wervel me rond je zachte
dijen en leven met leven vermeng waar ik diep en
dieper van je ga houden, je stromingen teder omtrek.

Ik waad me in je turkooizen ogen en proef er de zon
en de maan die dwaallichten stralen zodat we verdwalen
en dwalend dwaal ik mee ik maak voor jou de hoogste
golven en dein me over je heen terwijl je eet van
blauwe wolken die stormen boven jouw zee.

Drinken en laven uit broeierige kolken je warme zoete
bloed en steeds weer verrijzen in gulle gebaren de bodem
zo bodemloos diep ik kan niet meer minder dan je meer
minnen in zeemeerminnenverdriet me te stranden te
stokken te slikken in woorden zo oorverdovend stil.

We dollen nog na in je grassige duinen en lessen de laatste
gewaren we klampen de boeien die halzend uitvaren als
ankerende mijlpalen die me loodsen naar matrozenwoorden
waarmee je me lief overgiet in jouw veilige haven
wil ik me verliezen, vandaar dit zeeminnenlied.

#HenriA

() Aangebrand / Kantelpunt