() Vroeger was alles later

Vroeger was alles later. Alles moest nog komen. Want er was… tijd. Tijd, die zorgeloos kon worden genomen, benut, verspild. Want… overvloedig aanwezig. Later gaf hoop, verwachting, energie, dekte de tegenslagen toe, deed het beste nog komen.

Vroeger was later. De wereld lag aan je voeten, vol zijwegen, drukke kruispunten en doodlopende straten. Een pad, bezaaid met onontgonnen vlaktes, bruggen over wilde rivieren, eindeloos golvende zeeën, naar de hemel reikende bergen…

Vroeger was alles later. Wat nu niet gebeurt, gebeurt zeker later. Uitstel was geen afstel. Want later, later zou alles in de plooi vallen. In je hoofd, in je hart, in je plannen, in je fantasieën, in je dromen, in je voortschrijdend leven … Later.

Vroeger was alles later. En we studeren. En we ondernemen. En we bouwen. En we trouwen. En we leren af. En we stagneren. En we slopen. En we verlaten. En we worden verlaten. En we verliezen de controle. En we vertellen onszelf verhalen, want alles wordt beter. Later.

En plots is vroeger later. Een kanker in het eigen lijf, het onverwacht doodgaan van een geliefde, een pijnlijke breuk (van je botten of in je hart), een kosmische tegenslag, je wordt verlaten, een lijf dat traag verslijt … En je beseft: er is niet langer later.

En plots is later vroeger. En volgt er hopelijk enkel nog het ontwaken. Want later is wachten op iets dan niet komt, is wachten tot er aan het eind niets meer te kiezen valt. Want later zal nooit zijn, zoals je het echt verlangt.

Laat 2025 niet jouw later zijn.
Beste wensen,
Bart


() Column – Fake News

845 woorden | Leestijd: 3 minuten

Is iets echt of niet echt? Is wat ik denk, voel, wat ik aan mezelf vertel, wat ik aan anderen vertel… de waarheid? Dikwijls lijkt het zo… De eerste vraag die dan in me opkomt is: wat is waarheid? Om dit te even van dichtbij te bekijken, kunnen we de filosofische weg bewandelen. Neem nu het postmodernisme… daar is de waarheid relatief. Slechts een kwestie van perspectief. M.a.w. iedereen heeft een gelijkwaardige waarheid, maar dé absolute waarheid is een illusie.

En ook al weten we dat, toch blijven we onszelf verhalen (en dus “waarheden”) vertellen. Zeg maar: onszelf wijsmaken wie we zijn, hoe we in de wereld staan, hoe de anderen zijn en bijgevolg hoe we ons verhouden ten aanzien van die anderen. Immers, we vertellen altijd verhalen. Altijd. De godganse dag door. Aan onszelf, aan anderen. Ook al zijn we ons daarvan lang niet altijd bewust. Maar we kunnen niet anders, want ons brein is zo geprogrammeerd.

Even terug naar de postmodernisten… Zo'n verhaal dat we vertellen (aan onszelf of aan iemand anders) is nooit een objectieve werkelijkheid. Nooit! Want we interpreteren voortdurend onze emoties, ons gedrag, ons denken en de manier waarop we gehandeld hebben. We kiezen welke facetten we in de schijnwerpers zetten (en dus in ons verhaal, onze eigen waarheid passen) en we bepalen wat we weglaten. Zo luchten we ons hart. Of doen we onszelf geloven dat we de waarheid in pacht hebben. Of vertellen we wat we hebben meegemaakt en amuseren we elkaar.

En zo blijven we dikwijls hetzelfde verhaal vertellen. Keer op keer. Aan de anderen, aan onszelf. De ene keer om ons zelf te (blijven) overtuigen van “het grote gelijk” (lees: “de waarheid”) een andere keer voor de amusementswaarde. Op zich geen probleem natuurlijk. Maar dat wordt het voor mij wel als hetzelfde verhaal keer op keer verteld wordt en de verteller voor de zoveelste keer op rij gaat “leeglopen”. Er zit iets dwars en hup… de kraan gaat open. Meestal komt er iets klagerigs uit. Je voelt dat het niet uitmaakt wat je terugzegt: de kraan loopt, en blijft lopen. En de dag erna kan diezelfde kraan doodleuk opnieuw opengaan met precies dezelfde woordenstroom. Kennelijk maakt het niet uit dat het al is verteld. De “waarheid” kent immers geen grenzen. Iedereen moet het weten, horen, overtuigd geraken van het eigen, grote gelijk!

Het is lastig blijkbaar… Om het verschil te weten tussen jezelf wijzer maken en jezelf iets wijs maken. In dat laatste geval speld je jezelf iets op de mouw. Dan duid je een situatie op een manier waaraan jij geloof hecht, maar waartoe de realiteit geen aanleiding geeft. Dus zoeken we maatjes. Medestanders. Want niemand kent zichzelf en gelukkig zijn er dan de anderen die meegaan in ons verhaal omdat dat de leegte van onze gebrekkige zelfkennis opvult. En dat meegaan in, dat is nefast. Het betonneert ons. In het eigen gelijk. In het niet zien van ons eigen aandeel.

Bijvoorbeeld, als ik naar voetbal kijk (wat ik zeer zelden doe), zie ik ontkengedrag in volle glorie. De handjes gaan weer omhoog. “Ik heb niets gedaan”. “Ik heb hem niet geraakt”. “Ik heb de bal niet over de zijlijn gespeeld”. Zelfs als iedere blinde vink kan zien dat het onzin is, komt er een ontkenning. Want misschien kom je er mee weg! Ik zie hetzelfde gedrag soms (soms te veel) ook bij de gewone sterveling. Als er iets niet goed gaat, zoekt men niet eerst “de schuld” bij zichzelf. O nee. We wijzen al snel met een beschuldigende vinger naar anderen of (ook lekker) naar de omstandigheden. En hierdoor filter je weg wat vaak een belangrijke rol speelt bij wat er niet goed gaat: je eigen doen en laten.

Het is een algemene kwaal. Als je er rustig over nadenkt, moet je wel zeker weten dat je gelijk hebt (hier zijn we weer met “de waarheid”) voor je de dingen buiten jezelf legt. Een beschuldiging is zwaar, roept veel emotie op. Roept discussie op, mogelijk tot het niveau van ruzie. En moet uiteindelijk uitgepraat worden omdat de beschuldiging vaak niet terecht was. Dat moet je toch niet willen? Wat een gedoe. Wat een verspilde energie. Toch zie ik regelmatig dat een ander de schuld geven makkelijker is dan naar jezelf kijken. Maar we doen het te dikwijls niet. In de spiegel kijken, zelfs als je daar niet door een ander toe gedwongen wordt, is kennelijk heftig. Zo heftig, dat we vaak toch die andere route kiezen. Want het ego vindt zichzelf geweldig, waarheidsvol en wentelt zich graag in de slachtofferrol!

Ach, ook deze column bulkt van de paradoxen! Een waarheid verkondingen over iets dat niet bestaat (dé waarheid)! Ik weet alleen voor mezelf dat het goed is om wat meer te zwijgen, wat minder verhalen te vertellen en niet de eigen waarheid rond te strooien aan al wie het wel of niet wil horen. En wat meer stil te staan bij mijn eigen aandeel. Zo moeilijk is dat niet. Alles wat nodig is, is een beetje sereniteit. En moed. En oprechte kwetsbaarheid. Wat minder Fake News de wereld insturen…

#HenriA

() Rimpelloos water (dit is geen kerstgedicht)

We hoeven niet naar huis te gaan,
want we zijn al thuis,
voor weken, voor maanden.

Weet je nog? Toen de tijd
aan ons voorbij gleed aan een rotvaart
en we alleen maar hoefden te zwemmen.

En nu dobberen we verder,
naar kerst, naar een nieuw jaar,
de lippen nog net boven water.

December. We gooien wat slingers
en ballen in bomen en slierten
lichtjes door de kamer.

Kijken door het raam naar
de regen die tekeningen maakt
op het rimpelloze water

En we wachten, wachten,
tot er weer genoeg stroming is
om mekaar terug te omarmen.

#HenriA

() Onder de dekens bezit ik een schuilhut

Koud van verwachting
lig ik in bed. De gordijnen houden
het maanlicht buiten de kamer,
schimmen komen en gaan
in de decembernacht.

Ik wil wakker blijven
om alles te zien en te horen,
ik wil slapen en doof zijn
voor de geluiden
in en rond mijn hoofd.

Onder de dekens bezit ik
een schuilhut, oren en ogen
hou ik dicht en het duister
verdampt maar niet, tot ik
uiteindelijk toch wakker word
in een muisgrijze ochtend
en alles herbegint.

#HenriA

() Blijven