() Everybody Lies


In een pikzwarte nacht word ik dronken
de rode wijn in mijn hoofd bedrinkt zich vrolijk
helpt me om mijn nachtrust te begraven
diep in de nacht worden alle kleuren anders.
 

Ik lig in een niemandsland in niemands bed
waar dag en nacht elkaar bezetten
de gedachten liggen te rotten op het front
de eenzaamheid naar de afgrond holt.
 

Wat houdt me nog bezig
moet ik me afvragen hoe het met me gaat
het enige dat me de komende uren gijzelt
is hoe ik in de ochtend zal aankomen.


De stilte hangt in de lamp
enkel de nachtuilen galmen er doorheen
gehuld in hun oude kleren bij kaarslicht
roepen zij hun wijsheden uit het donkere bos.

Ik kan nog zoveel boeken lezen
en jij, jij kan nog zoveel talen spreken
zo lang ik mezelf maar wijs maak dat ik dichter ben
zo veel verder ben ik van je heen.

Achter deze gevel ligt het leven stil
zit ik op de hoek aan de rand van de stad
het in- en uitademen te tellen
drijvend op de stroomversnelling in de bloedbanen.


Alles is nu afscheid geworden
elke minuut, elke ademhaling is afscheid.
Weet je wat ik denk?
Achter elke gevel woont er een mens!
Zet morgen mijn schrijftafel in de zonnige velden
wanneer ik er niet meer ben.


Henri A.

() Blijven