() Grijze stenen die wachten op regen


Ik ben vandaag met pijn opgestaan
en heb mezelf van de straat gehaald,
geschrapt uit het register van overlevenden,
het plein heeft me omver gelopen en ik ben
tussen de spleten van de kasseien verdwenen,
heb er gewacht op een nieuwe vlaag regen.


Ik heb er tegen de insecten gepraat die me
aanstaarden met grote ogen niet goed wetende
wat ze moesten aanvangen met dat grote monster,
met al de wormen die uit de openingen van
mijn hoofd dropen en traag over de straatstenen
kropen ook wachtend op een nieuwe vlaag regen.


Ik heb mezelf vervolgens in stukken gelegd, als
een glazen blok ben ik neergegaan en heb me dan
terug bij elkaar gespaard als een puzzel van duizend
stukken met bovenaan de blauwe lucht en onderaan
het zoete gras, allen gevangen tussen vier hoeken.


En ik zocht naar de plattegrond van ons, ik ben
er al honderd keer overgelopen, met mijn hoofd
en met vuile schoenen aan, maar ik vind geen
uitgang in deze verlaten stad, enkel grijze stenen
die wachten op regen en het traag spoelen van
opgeklopte hersenen in eigen nat.


En ik dacht terug aan toen ik zestien was, en twintig,
en drieëndertig, en vijfenveertig,
en ook aan al de jaren er tussen in,
en ook aan de laatste dagen en aan alle verjaardagen,
toen mijn hoofd nog kleiner was en ik nog graag
met insecten speelde, ik vroeg aan vogels of ik met
ze mee mocht vliegen naar het zuiden om naar de
zonsondergang te kijken en de winters buitenshuis
te houden voor alle avonden dat ik alleen was.


Maar nu hameren de kasseien tegen mijn hoofd, ik lig
er tussen uitgestrooid van kop tot teen en al wat
er tussenin zit ben ik ergens verloren aan de
straatstenen en morgenvroeg wanneer de stad
zich terug tot leven trekt wandelen alle forenzen
over me heen en niemand die me nog zal horen wenen.


#Henri A.

() Blijven